Pipeline

De term pipeline die in SPIP wordt gebruikt, moet worden beschouwd in de UNIX betekenis. De pipeline vervult een reeks functies, waarvan het resultaat wordt gebruikt als argument voor de volgende. Op deze manier kan elke functie van een pipeline de gegevens die naar de pipeline worden verzonden gebruiken, wijzigen of gebruiken en terugsturen. Dit resultaat komt dan binnen als argument voor de volgende functie en zo verder tot de laatste functie.

Wanneer een pipeline wordt aangeroepen, wordt deze vaak doorgestuurd naar de eerste datafunctie, of ten minste één standaardwaarde. Het resultaat van het vastketenen van de verschillende functies wordt dan gebruikt of weergegeven, afhankelijk van de situatie.

Sommige specifieke pipeline-oproepen in SPIP moeten worden beschouwd als triggers in de zin dat ze gewoon een gebeurtenis aangeven, maar geen resultaten verwachten van de verschillende functies die de pipeline zal aanroepen. De meeste van deze triggers hebben een vooraf bepaalde naam trig_.

Auteur hanjo Gepubliceerd op:

Vertalingen: English, français, Nederlands